Wanneer het verschil tussen twee tijdstippen berekend moet worden, kent Excel twee methodes die beiden een andere benadering vereisen. De eerste methode is van toepassing, als tussen de twee tijdstippen minder dan een dag ligt (hierbij geldt middernacht als scheiding). Stel bijvoorbeeld dat de tijdstippen in de cellen A1 en A2 staan, dan moeten deze eerst als tijden herkenbaar worden gemaakt via
Opmaak - Celeigenschappen - Getal - Tijd. Plaats daarna de cursor in cel A3 en vul daar de formule in:
Selecteer nogmaals de cel A3 en kies
Opmaak - Celeigenschappen - Getal - Aangepast; kies hier het formaat
u:mm. Ligt het tijdstip in cel A2 evenwel na middernacht, dan moet de formule als volgt worden aangepast: